Om mezelf te beschermen trok ik me terug in mezelf, en leefde ik veel in mijn eigen liefdevolle wereldje, met mijn muziek, mijn dagboek, mijn stille liefdes en mijn dromen. Alleen daar kon ik volledig mezelf zijn, en mocht mijn liefde rijkelijk stromen. Om te overleven in de buitenwereld gedroeg ik me zo onzichtbaar en onopvallend mogelijk. Ik was er wel, maar ook weer niet.
Toen ik 14 was, vroeg ik god naar de zin van het leven. Hij zei dat ik lessen moest leren om te groeien en dat ik alles hoe dan ook moest doorstaan. Het liefste kwam ik in een ander leuker leven terug, maar ik begreep dat er niets anders op zat dan mijn vreselijke lot te accepteren. Ik wilde gewoon mezelf zijn en snakte naar vrijheid, maar ik voelde me een gevangene, vaak boos en verdrietig en onbegrepen.
Ik begon meer te stralen toen ik 15 werd. Ik ontdekte nieuwe passies zoals uitgaan, gedichten en brieven schrijven en dansen, en kreeg nieuwe vrienden. Het verbinden met dat wat mij liefde gaf, schiep ruimte in mezelf en in mijn leven. Ik voelde me vrijer, het gaf me kracht en maakte me heel erg blij. Ik wilde gewoon alles doen wat ik leuk vond en wat goed voelde. Mijn gevoel wees me de weg.
Carpe Diem - pluk de dag - werd mijn nieuwe levensmotto. Vanaf toen begon ik me over te geven aan wat het leven me bracht, met in mijn achterhoofd gods woorden. Zo ontstond mijn "ervaringenlijstje".
Wordt vervolgd...
Veel liefs,
Daphne