Er was eens, heel lang geleden, in een land aan de Stille Oceaan, een prinses genaamd Daphne. Samen met haar vader, de koning en met haar moeder de koningin, woonde zij in de bergen, in een wondermooi paleis dat was omgeven door de prachtigste kleurrijke tuinen ter wereld.
Er groeide een grote verscheidenheid aan fruitbomen en palmbomen, er was een grote vijver met daarin de mooiste en meest zeldzame vissen die er bestonden, en het groene gras was bezaaid met bloemen in alle kleuren van de regenboog. Prinses Daphne en haar moeder hielden zielsveel van de tuin.
Daphne bracht er het grootste deel van al haar tijd door. Soms praatte ze met de bloemen, lachte met de vlinders en klom in de bomen. Haar moeder hield van alle bloemen en zei altijd dat ze verliefd was op de bloemen. Vroeger was de koningin iedere dag in de paleistuin te vinden, maar nu was ze te zwak om haar bed uit te komen. Ze was erg ziek. Volgens de dokters werd ze niet meer beter en wachtte ze op het moment dat ze uit haar lijden verlost werd.
Prinses Daphne plukte elke dag verse bloemen voor haar moeder, omdat ze hoopte dat de geur en de blijdschap van de bloemen haar moeder weer zou genezen. Maar haar moeder werd zieker en zieker. Op een dag sprak de koningin tot haar dochter: "Denk aan mij als je een bloem ziet. Ik zal niet alleen in je hart voortleven, maar ook in elke bloem die er bestaat in deze wereld. Elke bloem is een deel van mijn lichaam, van mijn ziel en van mijn hart. Als je geen moed meer hebt, pluk mij dan en ik zal je altijd steunen."
Nadat zij het laatste woord had uitgesproken, sloot zij haar ogen, voorgoed. De koning had veel verdriet van het overlijden van zijn vrouw, maar vooral voor Daphne leek haar wereld in te storten. Ze lachte niet meer en zat elke dag treurig in de tuin voor zich uit te staren. Het deed de koning pijn om zijn dochter zo ongelukkig te zien. Hij had er alles voor over om ervoor te zorgen dat ze weer gelukkig werd.
Hij besloot iedereen in het land op te roepen om de prinses weer gelukkig te maken. Degene die het lukte om haar weer aan het lachen te maken, zou beloond worden met 1000 goudstukken. Vanuit het hele land verschenen toneelspelers, dansers, zangers, dichters en clowns, maar niemand slaagde erin de wens van de koning te vervullen.
Dagen later zat de koning alweer aan zijn vijver. Hij was diep in gedachten verzonken. Wat moest hij toch doen voor zijn dochter? Het hele land had zijn best gedaan voor hem, maar niemand had hem werkelijk kunnen helpen. Daphne zag vanuit haar balkon hoe verdrietig haar vader om haar was. Ze vond het erg dat hij zoveel pijn leed om haar en dat hij zo zijn best deed om haar weer gelukkig te maken. Maar voor de prinses was het alsof alles om haar heen zijn waarde had verloren nu haar moeder er niet meer was. Er was niemand met wie ze zoveel zou kunnen delen als met haar moeder.
Ze liep naar de vijver en zei tegen haar vader: "Als u voor mij van elke bloemsoort op deze wereld 3 bloemen in deze tuin plant, dan zal ik weer gelukkig zijn." Haar vader keek haar lachend aan en een traan van blijdschap rolde over zijn wang. "Oh mijn lieve prinsesje," zei hij terwijl hij zijn armen om haar heen sloeg. "Als dit je wens is, zal ik ervoor zorgen dat ie uitkomt."
Hij stuurde onmiddellijk al zijn dienaars erop uit met de opdracht van elke bloemsoort die er bestond er 3 mee te nemen voor de paleistuin. Enige tijd later keerden zij weer terug in het paleis, sommigen van hen met bloemen waarvan men niet een wist dat ze bestonden. Weer anderen hadden niets kunnen vinden wat niet al in de paleistuin of op de berg groeide. "Prinses Daphne," riep de koning de volgende ochtend. "Je wens is in vervulling gegaan, kijk maar eens naar buiten!" De prinses opende de deuren van het balkon en ontelbaar veel bloemen in alle soorten en kleuren lachten haar toe. De tuin was bezaaid met de allermooiste bloemen. De koning wachtte ongeduldig de reactie van zijn dochter af. "En?" vroeg hij haar. Er verscheen een brede glimlach op haar gezicht. Blij rende ze naar hem toe en kuste hem op beide wangen. "Oh vader, dank u!" riep ze, "ik hou zoveel van u!" Ze rende naar beneden naar de tuin en danste lachend tussen de bloemen. De koning was blij om zijn dochter zo te zien. "Eindelijk!" dacht hij. Hij gaf een groot feest om zijn dienaren te bedanken.
De prinses bracht haar dagen en nachten in de tuin door. Ze praatte met de bloemen, kuste en streelde ze. Na enige dagen stond Daphne weer erg verdrietig voor de troon van de koning. "Meisje, waarom ben je zo verdrietig?" vroeg hij haar. "Vader, de bloemen zijn zo ontzettend mooi en verwarmen ieder hoekje van mijn hart, maar er ontbreekt één bloem." De koning keek haar ongelovig aan." Alleen als alle bloemsoorten in onze tuin groeien, kan ik weer gelukkig zijn. Vader, de Gouden Parel ontbreekt en ik voel zo dat in deze bloem moeders hart voortleeft. Nu ontbreekt haar hart..."
De koning begreep zijn dochter. Maar de dienaars konden deze Gouden Parel toch niet over het hoofd gezien hebben? Wie weet was de bloem al uitgestorven of was ze zó zeldzaam, dat er maar één exemplaar van bestond. Hij zei tegen de prinses: "zeg me wat je wenst, en ik zal alles doen om hem in vervulling te laten gaan." "Degene die mij deze bloem kan brengen, is een prins. Met hem zal ik trouwen en de rest van mijn leven gelukkig zijn." zei Daphne. De koning stuurde meteen al zijn dienaren naar alle prinsen ter wereld om de wens van zijn dochter bekend te maken.
Zo ontving ook de bakkerszoon Tarkan een brief van de koning. "Vader, moeder!" riep hij. "Ik kreeg een brief van een koning hier ver vandaan, en ik moet een bloem vinden voor de prinses, en dan mag ik met haar trouwen!" Zijn ouders keken elkaar vragend aan en lazen de boodschap van de koning. "Het spijt ons lieve Tarkan, maar hier staat dat je een prins moet zijn om met de prinses te mogen trouwen..." Tarkan keek zijn ouders teleurgesteld aan. "...en ik ben geen prins," zei hij, en liep teleurgesteld het huisje uit.
De daaropvolgende dagen kon Tarkan maar aan één ding denken. Hij wilde prinses Daphne gelukkig maken, ook al was hij geen prins. Maar wat als hij moest bewijzen dat hij een prins was? Dan zat hij met een groot probleem. "Ach," dacht hij, "dat kan me niets schelen, ik zal die bloem vinden voor de prinses!" Hij had tenslotte ook een brief ontvangen van één van de dienaren van de koning. En deze boodschap was alleen bestemd voor een prins. HIj droomde ervan dat hij misschien ook wel een prins was, zonder dat hij het wist. De volgende dag vertelde hij zijn ouders dat hij op reis ging. Hij zei hen niet dat hij de Gouden Parel ging zoeken, dat zouden ze nooit goedkeuren. Hij nam afscheid, en trok de bergen in.
Hij zocht in bergen en dalen, in grotten en langs rivieren, nergens kon hij de Gouden Parel vinden. Maar hij verloor nimmer de moed en bleef zoekeen. Het enige wat hem kracht gaf om verder te gaan, was de wens van de prinses.
Ondertussen waren er al tientallen prinsen naar het paleis van prinses Daphne gekomen. Ze waren er allemaal van overtuigd de Gouden Parel gevonden te hebben en wilde de prinses ten huwelijk vragen. Maar geen van deze prinsen had de Gouden Parel aan de prinses kunnen geven. Zij verlieten allen teleurgesteld het paleis. "Waar bleef haar prins nou?" dacht de prinses ongeduldig. "Al deze prinsen wisten niet eens hoe een Gouden Parel eruit ziet. Degene die haar vindt, zal wel heel erg bijzonder zijn," droomde ze.
Dagen, weken en maanden verstreken en er was nog steeds geen prins geweest die haar gelukkig had gemaakt met deze bloem en met hemzelf. En Tarkan was nog steeds op zoek. Hij had nog alle hoop om deze Gouden Parel te vinden, al had hij al vele landen doorkruist. Hij moest en zou deze bloem vinden voor prinses Daphne. Hij was op weg naar een vulkaan die hij wilde beklimmen, Het was één van de gevaarlijkste vulkanen die er bestond. Maar hij zou zijn leven wagen voor de prinses en hij begon aan de zware klim. De vulkaan gromde. Evenlater begon de vulkaan te brullen en te trillen. Maar Tarkan liet zich niet afschrikken. "Ik ga door!" dacht hij vastbesloten bij zichzelf. "Ik ben nu zover gekomen dat ik niet meer kan opgeven."
Hij volgde zijn hart en klom steeds hoger. De vulkaan begon steeds angstaanjagender te rommelen. Ineens zag hij iets glinsteren in de duisternis die hem omringde. Hij klom en klom en klom. Hij voelde de pijn in zijn lichaam niet meer. De moeheid was verdwenen. Toen bereikte hij het glinsterende ding. Zijn hart sloeg een slag over van opwinding. "Jaaaaa!" schreeuwde hij het uit. "Ik heb je eindelijk gevonden, mijn Gouden Parel!" Hij plukte de bloem en kuste haar. Hij was zo blij dat ie niet merkte dat de vulkaan op het moment van uitbarsten stond. Hij rende naar beneden, schreeuwend van blijdschap en geluk. Hij dacht maar aan één ding: "ik moet zo snel mogelijk naar het paleis van de prinses!" Hij stormde de vulkaan af, langs bomen, door struiken. Scherpe takken sneden in zijn benen, armen en gezicht. Maar hij voelde niets. Toen hij aan de rand van het woud stond, zag hij hoe er een kolkende vurige rode massa uit de vulkaan stroomde. De aarde schudde en brulde. "Dank u," zei hij, terwijl hij stralend van geluk naar boven keek. Nog nooit in zijn leven had hij zoveel dankbaarheid gevoeld.
Dagenlang liep hij aan één stuk door. Zijn verlangen om prinses Daphne gelukkig te maken was zijn brandstof. Eindelijk arriveerde hij bij het paleis. "Ik kan prinses Daphne gelukkig maken," zei hij vol van blijdschap tegen de wachters. Ze bekeken hem van top tot teen en lieten hem uiteindelijk binnen. Een dienaar leidde hem naar de troonzaal, waar hij moest wachten op de komst van de koning en de prinses. Evenlater verschenen zij in de deuropening. "Wat is ze prachtig en lief" dacht Tarkan bij zichzelf toen hij haar zag. "Ja, met haar wil ik trouwen!" De prinses kwam dichterbij. Ze had de hoop al verloren dat dit de prins was die haar wens in vervulling zou brengen. Vragend keek ze Tarkan aan. "Wat is uw naam en wat brengt u hier?" vroeg de koning. "Ik ben Tarkan, ik ben van ver gekomen en ik heb iets wat uw dochter heel gelukkig zal maken." Tarkan haalde de Gouden Parel uit een doosje en gaf deze aan de prinses. "Alstublieft, deze bloem is voor u."
De prinses kon geen woord meer uitbrengen toen de Gouden Parel haar tegemoet straalde. Zwijgend en vol verwondering keek ze naar de prachtige bloem in haar hand. "Dit is toch de Gouden Parel, prinses Daphne?" vroeg Tarkan lichtelijk verschrikt door Daphnes zwijgen. "Hoe kan ik u ooit bedanken?" zei Daphne en tranen van geluk biggelden over haar wangen. "Oh moeder, eindelijk bent u weer in ons midden!" Daphne vloog haar vader en Tarkan om de hals. Even later zei de koning serieus: "Tarkan, mijn jongen. Het is alleen jou gelukt om mijn prinses gelukkig te maken. Jij mag met haar trouwen!"
In alle opwinding was Tarkan vergeten dat hij een prins moest zijn om met de prinses te kunnen trouwen. Hij wilde zo graag bij prinses Daphne blijven, dat hij niet durfde te zeggen dat hij een doodgewone bakkerszoon was. "Prins Tarkan, " zei de koning ineens, "mag ik u nog één ding vragen?" "Van welk paleis komt u? U ziet er niet uit als een prins." Tarkan bekeek zichzelf van top tot teen. ZIjn kleren waren vies en gescheurd, en in zijn handen hield hij een lelijke tas. "Van buiten zie ik er inderdaad niet uit als een prins, maar in mijn hart en ziel ben ik de prins voor uw dochter. Als u mij niet gelooft, zal ik alles doen om het u te bewijzen." De koning leek tevreden met zijn antwoord, maar Tarkan kreeg het warmer en warmer.
"Mijn dienaren zullen ervoor zorgen dat alles naar uw wens verloopt. U bent uitgenodigd om samen met ons te eten vanavond" sprak de koning tot Tarkan. Even later lag Tarkan in een groot warm bad. Hij dacht aan zijn ouders, die niet wisten hoe het nu met hem ging. Er lagen mooie kleren voor hem klaar. Het leek wel alsof hij droomde. Die avond zat hij met de koning en de prinses aan tafel. Hij vertelde over zijn avontuurlijke tocht naar de Gouden Parel en de koning was erg onder de indruk. De prinses keek dolgelukkig naar hem. "Dit is mijn prins," dacht ze. "Ik weet zeker dat we samen oud zullen worden!" Maar Tarkan was bang dat ze erachter kwamen dat ie helemaal geen prins was. "Prins Tarkan, kunt u mijn dochter de prinses alles geven wat haar blij zal maken?" vroeg de koning hem. "Majesteit, ik zou alles doen voor de prinses." Terwijl hij dit zei, keek hij haar vol liefde aan. Ze beantwoordde zijn blik met een stralende glimlach.
"Drink van deze wijn, en eet van dit brood. Ga naar de tuin, en pluk daar de bloem die u het mooiste vindt, die het dichtst bij uw hart staat. Leg deze onder uw kussen. Gaat u daarna slapen. Als u uitgerust bent, kunt u komen ontbijten." Tarkan deed wat de koning hem vroeg. Hij dronk van de wijn, at van het brood en plukte een bloem. Hij viel in een diepe slaap.
De volgende ochtend zaten de koning en de prinses al op hem te wachten. "Heeft u lekker geslapen, prins Tarkan?" Hij ging aan tafel zitten. "Uwe majesteit, ik heb zo´n vreemde droom gehad. Ik zat in uw tuin, en ineens groeide er een reusachtige stengel uit de grond. De aarde trilde. Uit de knop ontstond de prachtigste bloem die ik ooit heb gezien. Het was een reusachtige gouden bloem, het leek wel de gouden parel, maar dan 1000 keer zo groot. Uit die bloem kwam een prachtige vrouw in een zilveren gewaad. Haar lange zwarte haren golfden in de wind. Ze sprak tegen mij en zei "mijn prins, u heeft de moed gehad mij te vinden en te plukken. Ik heb lang gewacht op u, maar u bent gekomen! U heeft mijn hart gevonden en mijn dochter zal u haar hart geven. Uw prinselijke bloed heeft u moed gegeven om door te zetten. U zult beloond worden voor uw wilskracht en uw moed. U bent de prins..." Het was zo mooi mijn droom!" vertelde Tarkan enthousiast. Toen wees deze vrouw in de oostelijke richting en en daar stond de prinses. Ze lachte. En toen schrok ik wakker." De koning en de prinses keken elkaar lachend aan. "Mijn zoon, ik wist wel dat je de ware prins bent voor mijn dochter!" zei de koning.
De volgende dag was er een groot feest in het paleis. Prinses Daphne en Prins Tarkan gingen trouwen. Zijn ouders waren ook gehaald om het feest mee te vieren. "Oh lieverd," zei zijn moeder, "hoe hadden we ooit kunnen dromen dat jij een prins was! Jaren geleden lag je in een mandje bij ons voor de deur. Niemand wist waar je vandaan kwam. We hebben het je nooit durven vertellen. We houden van jou als van onze eigen zoon!" Zijn moeder huilde tranen van blijdschap.
En prinses Daphne en Prins Tarkan? Die leefden nog lang en gelukkig!